elkaar

荷蘭語

詞源

elkander的縮約形，自身來自elk ‎ ander。

發音

• 國際音標^(幫助)：/ɛlˈkaːr/

• 國際音標^(幫助)：[ɛɤ̯ˈkaːɻ] (兰斯塔德)

• 音頻：

  (檔案)

• 斷字：el‧kaar
• 韻部：-aːr

代詞

elkaar (屬格 elkaars)

1. 互相，彼此
   • 1987, International Bible Society Nederland, Het Boek, Genesis 11:7:

     Laten Wij afdalen en hun verschillende talen geven, zodat zij elkaar niet meer begrijpen!

     我們下去，在那裡變亂他們的口音，使他們的言語，彼此不通。

衍生詞

• bij elkaar
• in elkaar zetten
• uit elkaar gaan
• voor elkaar komen
• voor elkaar krijgen
• door elkaar
• elkaar in de haren vliegen

參見

• mekaar