Hoofdstuk 7: Rouges in de stad

182 9 0
                                    

Ik hap naar adem. ''Zo.. Zo vroeg al?'' Zara knikt en Ava gaat zitten met een beker thee. ''Ja, echt gestoord. Konden ze niet nog één dag wachten, of tenminste ons niet om zes uur laten vertrekken? Ik begrijp waarom je daar weg bent gegaan, Selena. Ze lijken me niet de leukste roedel.'' Ik knik en sta op om ook thee te zetten. ''Wil je ook thee, Zara?'' Vraag ik vanuit de keuken. Ik krijg wat gemompel als antwoord en ik neem aan dat dat een ja is. Met de thee loop ik terug naar de huiskamer. Zara zit diep in gedachte, en ik ken haar goed genoeg om te weten waar ze aan denkt. ''Zara, relax. Ik ga na de thee langs alle huizen van de roedel om te laten weten dat we eerder weggaan.'' Ze kijkt naar me op en pakt haar thee. ''Ja, maar gaat dat goed? Wat als er meer rouges komen?'' Ava wrijft over Zara's schouder en zet haar thee neer op de lage koffietafel. ''We hebben de roedel goed getraind, ze weten wat ze moeten doen als er rouges zijn.'' Zara glimlacht kleintjes. ''Denk je dat?'' Ava glimlacht terug naar haar. ''Ja, dat weet ik zeker. Je bent een geweldige Alpha.'' Ik drink ondertussen snel mijn thee op en zet de beker in de keuken. ''Jullie kunnen gaan slapen, het is al bijna acht uur s'avonds, en we moeten morgenochtend om vier uur opstaan. Huphup, naar boven. Ik ga ook meteen slapen als de roedel weet dat we morgen weg gaan.'' Zara en Ava drinken hun thee op en gaan naar boven om te slapen. ''Welterusten!'' Roep ik naar boven. De meiden antwoorden en ik trek mijn schoenen en jas aan om naar buiten te gaan.

De wolven die het dichtsbijst wonen zijn Blaze, Milai en Lavender. Die wonen aan het eind van deze straat. Zij moeten vooral de achterbuurten in de gaten houden. Ik klop op hun deur en zie vaag een gezicht bij het raam boven verschijnen, Blaze. Zodra ze me herkent als de Beta rent ze naar beneden en opent de deur. ''Sorry, Selena. Ik had niet door dat jij het was,'' Verontschuldigt ze zich. ''Het is al goed,'' Zeg ik. ''Ik kwam even vertellen dat we een oproep voor vervroegde hulp hebben gehad van een andere roedel die hulp nodig heeft, en dat we morgenochtend vertrekken.'' Blaze knikt en kijkt even de straat rond. ''Oke. Uhm... Mag ik wat vragen?'' Ik kijk haar verbaasd aan. ''Natuurlijk mag je dat, Blaze. Je weet toch dat je dat niet hoeft te vragen?'' Blaze glimlacht en kijkt me aan. ''Moet jij dit nog aan de hele roedel vertellen?'' Ik knik. "Ik kan helpen als je wilt. Ik weet dat je een goede vechter bent, maar het is toch veiliger als je met z'n tween over straat loopt s'avonds,'' Zegt ze. ''Oke, isgoed. Trek snel je schoenen aan en waarschuw Milai en Lavender even dat je weggaat,'' Antwoord ik. Blaze rent naar binnen, waarschuwt Lavender, trekt haar schoenen en jas aan en komt naar buiten. ''Het volgende huis is Rosalie, Sanne en Carla,'' Vertel ik. Blaze knikt en volgt mij.

Tegen de tijd dat we klaar zijn is het al bijna elf uur s'avond. Fijn, nu kan ik nog maar 5 uur slapen voor we vertrekken. Blaze loopt al bijna een halfuur te gapen, maar weigert me alleen te laten. Ik leun net tegen een huis om even te rusten als Blaze plotseling wordt aangevallen door een schim. Het figuur drukt haar tegen de muur en drukt haar luchtpijp plat. Binnen een seconde heb ik het door en trap ik hem van haar af. Ze valt happend naar adem op de grond en ik buk naast haar. ''Gaat het, Blaze?'' Vraag ik aan haar. Ze hoest en wijst naar iets verderop. De schim die haar eerder had aangevallen rent nu op mij af. Snel ga ik staan en verdedig mezelf. Op het moment dat hij dichtbij genoeg is haal ik uit naar zijn gezicht en raak zijn neus. Hij valt op de grond en heeft zo te zien zijn hoofd hard gestoten. Ik help Blaze voorzichtig overeind en gebaar dat ze me moet volgen. Ik sluip naar een steegje en verstop me achter een gigantische vuilnisbak. Omdat ik in het donker niet zo veel kan doen door mijn weinige zicht, doe ik mijn schoenen, jas, broek en T-shirt uit en verander naar wolf-vorm. Als ik die kledingstukken niet uitdoe moet ik straks of als wolf over straat lopen, wat niet kan, of naakt gaan lopen, en dat weiger ik te doen. Ik gebaar naar Blaze dat ze hetzelfde moet doen. Ze knikt en transformeert ook naar haar wolfvorm. Ik kijk om de vuilnisbak heen en zie dat er meer dan 8 mannen zitten rond een vuur. Zo te ruiken zijn het rouges. We moeten ze uitroeien, vanavond nog. Mindlink ik naar Blaze. Ze stemt in en samen rennen we erop af. Nog voordat ze kunnen reageren en ook naar hun wolfvorm kunnen veranderen, bijten we al hun kop eraf, zonder maar ook een spettertje bloed op onze vacht te krijgen. 

Ik steek mijn neus in de lucht en ruik even of er nog meer zijn, maar die zijn er niet. Ik verander weer naar mensvorm en kleed me aan. Niet veel later staan we als mensen ver weg van de steeg te kijken of er nog andere komen, maar die dagen voorlopig nog niet op. Blaze en ik gaan naar huis om te slapen, en ik kan nog maar net mijn pyjama aantrekken of ik val al in slaap. 

Ik moet nu gaan, maar als ik terug ben ga ik verder schrijven :)

The Most Beautiful MateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu