Er was eens een prinses, mooier dan iedereen op de aarde. Ze leefde op een plek die alleen door magische wezens betreden kon worden. Haar naam was red, gesierd met gitzwarte haren, een prachtige gladde huid en volle lippen die gesmeekt werden om gekust te worden ging deze prinses door het leven. Heel alleen woonde ze in een klein hutje in het bos, waar niemand zich durfde te wagen, behalve soms een vriend of vriendin, maar uiteindelijk eindigde ze altijd alleen. Ze was een geliefd persoon in dat magisch bos, maar eveneens bevreesd. Dit prachtige meisje droeg een vloek met zich mee. Het was de prijs die ze betaalde om haar geliefde te beschermen van de donkere, magische krachten die een gruwelijk karakter in dat sprookjesbos bevat. Hij was het verschrikkelijkste monster dat men kon tegenkomen, een gedaantewisselaar. Iedereen viel voor de val van dit beest. Bij het doden van dit beest spatte het bloed op haar witte handen en haar gezicht, en deze spatten brandde door haar huid, werden opgeslokt door haar eigen bloed, veranderde een deel van haar in een verschrikkelijk beest, een boosaardige gedaantewisselaar. Eenmaal per week begaf ze zich naar het dorp in de buurt, zodat ze haar voorraden kon aanvullen. Voordat ze de deur opende sloeg ze haar rode cape rond zich, knoopte hem zorgvuldig af, zodat deze niet kon wegwaaien, knoopte haar zwarte laarzen en schoof de soepele leren handschoenen aan haar handen. Iedereen die haar het dorp zag naderen riep de kinderen naar binnen, schoof de grendels voor de deuren, vergrendelde de luiken en brandde een kaars. Enkel de kruidenier, een oude tovenaar, niet. Hij zat in zijn leunstoel heen en weer te wiebelen, wachtend op haar komst, begroette haar met een knik en een tandeloze lach. Voor zijn voeten stond een mandje klaar met brood, kaas en wijn. Ze nam het mandje, gaf hem een stukje van het brood, brak een stukje kaas af en legde deze in zijn handen. Ook vulde ze zijn beker water met wijn en vervolgde daarna haar pad naar haar oma. Ze naderde de rand van het dorp, voelde dat ze werd aangestaard, maar voordat ze zich kon omdraaien werd ze vastgegrepen door sterke handen. Een doorzichtige vloeistof werd in haar mond gegoten en niet veel later werd alles zwart voor haar ogen.
JE LEEST
De verhalen uit het bos
FantasyNiet alle sprookjesfiguren in het bos zijn wie ze lijken. Het leven dat ze in je hoofd leiden is een leugen, ze zijn niet allemaal zo onschuldig als ze lijken. De intriges, het verraad, de kant van het verhaal dat nooit je bedtimestory is geweest wo...