~Hoofdstuk 41.~

2.9K 208 283
                                    

POV. (A)Mara 

Hoe lang zat ik hier al vast? Wanneer zou ik gered worden? 

Het duurde te lang. Mara had tenminste een mes waarmee ze haar tijd kon verdrijven, ik niet. Dus telde ik tot honderd in alle talen die ik kende en luisterde naar het getik van haar hakken.

Het was al zo lang stil, dat ik bang werd of ik ooit nog wat zou horen. 

'Mara!' hoorde ik iemand van boven roepen. Was dat... Rafe? Mara's hoofd schoot omhoog, net als die van mij. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat de vloer langzaam begon te gloeien. 

'Sla je vleugels uit! Vlieg omhoog! Snel!' hoorde ik hem schreeuwen. Zijn stem weergalmde in de ruimte, Mara keek me aan.

'Bedoelt hij jou of mij?' vroeg ze in paniek. 'Ik heb gee--' ik werd onderbroken doordat er een vlam op mij afkwam. Gillend dook ik opzij. 

'Jullie allebei! Nu!' schreeuwde Rafe weer. 

Mara sloeg zonder nog een keer te aarzelen haar vleugels uit en vloog weg van de levensgevaarlijke vlammen. Haar vleugels waren tot op het veertje zwart, en waren wat voller dan de mijne. Alleen... ik had gouden vleugels, waarom had zij ook geen gouden vleugels?

'Kom op!' gilde ze, waardoor ze me uit mijn trans haalde. Mijn hart bonkte in mijn keel toen ik mijn vleugels uitsloeg. Ze keek me van top tot teen aan en grimaste, waarna ze wegvloog. Snel volgde ik haar. 

Boven aangekomen werd ik opgevangen door Rafe. Waarom had ik zoveel moeite nodig gehad om vooruit te komen? Mijn vleugels voelden zo zwaar aan, alsof ik net een berg had beklommen...

'Gaat het?' vroeg hij. Ik knikte als antwoord en zag dat de hele plek nu onder vuur en vlam stond. Dat was op het nippertje. Toen merkte ik pas dat zijn gezicht wazig was, alsof het vervaagde. Ik stak mijn hand uit om zijn gezicht aan te raken, maar hij liet me snel los en keek me met een ernstige blik aan. 

'De tijd is aangebroken om te gaan,' sprak hij met monotone stem. 

'Wat?' riepen Mara en ik uit. We keken elkaar aan terwijl Rafe wegvaagde, net als de rest van de plek. Voordat ik iets kon zeggen, werd ik al weggezogen naar een heel andere wereld. Het leek alsof ik door de tijd reisde, alsof ik zweefde. Het leek alsof ik onder water was en niet kon ontsnappen. 

Dit keer zag ik geen herinneringen. Ik zag niets, terwijl ik de vorige keer mijn hele leven zag. Hoe ik was geboren, hoe ik was opgevoed... Maar dit keer was er niets. Er was alleen een wit licht, dat me liet denken dat ik droomde.

Uiteindelijk viel ik, na een eindeloze tijd, met een harde bons op een nattig grasveld, stemmen schreeuwden om me heen.

Ik lag voor even op de grond. Mijn blikveld was wazig en draaide, alsof ik dronken was. Ook voelde mijn keel droog aan, en ik had nodig een douche nodig. Maar het allerbelangrijkste was dat ik terug was op Aarde. Terug op een plek die tenminste wel veilig was. 

De stemmen verstomden, ik zag nieuwsgierige hoofden om me heen verzamelen. 'Mara? Mara!' Mijn hoofd voelde zwaar aan, maar ik keek toch op. Was dat nou Rafaël of Owen? Of was dat compleet iemand anders?

Na een paar keer knipperen zag ik dat het Owen was. Alleen had hij een bebloede lip, een blauw oog en op zijn hand was een beetje bloed. Meteen duwde ik mezelf overeind en stortte me in zijn armen. Het boeide me niet dat het Owen was en niet Rafaël. Het boeide me niet dat hij me in de Hel had gebracht. Het was  gewoon... fijn om na zo'n lange tijd iemand te zien die ik kende. Alle emoties kwamen in een keer op me af.

'Waarom heb je mij dit aangedaan? Weet je wat ik allemaal doorstaan heb?' fluisterde ik woedend. De tranen brandden al in mijn ogen. Hij stond er ongemakkelijk bij en maakte niet eens aanstalten om zijn armen om mij heen te slaan. 

'Mara!' hoorde ik de diepe stem van Rafaël roepen. Gelijk maakte ik mezelf van Owen los. Hij keek me aan met een blik die ik niet kon plaatsen. Zijn ogen gingen steeds de andere kant op, en toen ik die kant op keek zag ik de andere helft van mijn ziel, Mara, liggen. Ze was nog niet bij bewustzijn. Waarschijnlijk had ze het moeilijker om hier te wennen omdat ze een langere tijd in de Hel was geweest.

Het eerste wat ik zag was zijn doordringende ogen. Hij had wallen onder zijn ogen, al hadden engelen geen slaap nodig. Het leek alsof hij door de Hel was gegaan.

Ik rende naar hem toe en hij ving me in zijn armen op. 'Ben je er echt of droom ik? Ben je ongedeerd? Ik heb je gemist,' ratelde hij alsof hij me al in jaren niet had gezien. Telkens streelde hij mijn haar en hield hij mij stevig vast, alsof ik elk moment kon verdwijnen. 'Hoe lang was ik weg?' vroeg ik uiteindelijk zachtjes. 

'Drie weken,' antwoordde hij fluisterend, terwijl hij me van zich af duwde. 'Drie weken. Heb je haar ge--' 

Maar hij maakte zijn zin niet af, omdat de andere helft van mijn ziel weer bij bewustzijn kwam.
De echt Mara.

Langzaam draaide hij zich om naar haar, Owen stond bij haar neergeknield en hielp haar overeind. Een glinstering van overwinning glansde in zijn ogen. Toen keek ze de plek rond, op zoek naar één persoon en vonden haar ogen die van Rafaël. Een glimlach kroop over haar gezicht heen.

'Rafaël,' zei ze met zangerige stem, 'ik heb je gemist.' 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Back again, met de cliffhangers!  Sorry guys. ;P

Enne wat vonden jullie van het hoofdstuk? Nog ideeën? Theorieën? 

Ik weet dat het hoofdstuk een beetje shitty was, dat komt omdat ik in spanning zit voor Duitsland. Vrijdag ga ik met een schoolproject voor drie dagen naar München. (MIJN WEEKEND NAAR DE HELL UGH)

Enne ik ben zo klaar met fake friends! Echt, ik heb er genoeg van. Wáárom moeten mensen soms zo idiotig zijn...?!? Ugh, hopelijk snappen jullie wat ik bedoel...

NEVERMIND.

Adios (AMIGOSSSS) hehehehh

xXx Jaani.

He's the Angel, I'm the Demon ✔ || #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu