Het is over

44 1 2
                                    

Diezelfde dag brak mijn hart in duizend stukjes. Alweer. Ik huilde zo hard en ondanks de pogingen die Fatima deed om mij te troosten lukte dit niet. Ik had haar armen hier om mij heen nodig, ik had haar troost hier nodig. Niet door de telefoon! En andersom ook. We huilden samen net als de dag dat we onze moeder verloren hadden. En wederom, wederom was er niemand die ons kon troosten meer. Geen oom Hafid, geen ouders, geen kennissen of vrienden. Alleen zij en ik.

"Ik kom er nu aan." Zei ik. Ik zei het zonder erbij na te denken dat ik in de stress zat wat mijn bedrijven betrof. Niets interesseerde mij meer. Niets! Als je bij wijze van spreken nu alles zou afnemen van mij zou ik je alleen aankijken en wellicht zelfs bedanken. Zolang je me maar met rust liet, zo lang je me maar mijn zusje niet af nam, zo lang je maar niet tussen ons kwam. Niks kon me meer schelen. Fatima vond het niet nodig dat ik kwam, ik heb mijn drukke leven en baan. Het kon me allemaal gestolen worden! Ik wilde bij haar zijn. We moesten samen zijn, samen rouwen. Alweer.

"Inna lilahi wa inna ilayhi raji'oen." Ik keek de buren aan van onze oom en knikte enkel maar. Ik kwam gisteravond aan. Fatima haalde me op en we hebben de hele tijd en hele nacht samen gehuild. Nu zwegen we allebei maar de pijn zat zo diep. Mensen hebben me weleens erger pijn gedaan. Sterker nog driekwart van mijn leven bestond alleen uit pijn en verdriet maar dit keer.. ik had het gevoel alsof ik niet kon ademen. Alsof iemand me probeerde te wurgen met z'n blote handen. Ik begon te hyperventileren en ineens werd alles donker en zwart. De mensen leken te bewegen terwijl ze zaten. Ik zag alles dubbel. "Sara.. gaat het?". Ik voelde een hand op mijn schouder en keek naar tante Nora die ineens heel wazig leek. "Sara?". Zei ze weer.

En toen, toen werd alles echt zwart voor mijn ogen. Ik ben letterlijk in elkaar gestort. In mijn diepe dromen zag ik mijn vader en mijn moeder die naar me keken en lachte maar tegelijkertijd ook bezorgd keken. Ik zag mezelf op de grond liggen en huilen en ik zag Mustafa die naar mij toe liep. Alsof ik vast zat in een web waar ik maar niet uit kon komen. Hoe hard ik mijn best ook deed, hoe hard ik ook schreeuwde, niets hielp. Ik huiverde en rilde helemaal in mijn slaap totdat ik ineens mijn ogen wagenwijd opende en Fatima zag staan. "Sara!". Zei ze terwijl ze naast me kwam zitten. Ik keek om me heen en herkende deze plek totaal niet. Ik keek naar links en zag ineens oom Hafid. Ik schrok overeind en Fatima gebaarde me weer te gaan liggen. Pas een paar seconden later zag ik dat het een fotolijst was met de foto van oom Hafid. "Je bent in de slaapkamer van Tante Nora. Je was flauw gevallen Sara. Wat is er allemaal aan de hand? Ik maak me oprecht zorgen om jou." Zei Fatima terwijl de tranen haar nader stonden. Ik kwam iets overeind en snakte naar wat water. Mijn mond voelde kurkdroog aan en het liefst wilde ik gewoon gaan slapen. Als je slaapt heb je immers helemaal geen problemen aan je hoofd. Je bent even stressvrij, even van deze wereld en ik lieg niet als ik zeg dat ik voorgoed zou willen slapen. Hoe hard het ook klinkt, het is wel zo. Ik betrapte mezelf vaak op zulke gedachten stagfirullah. Het leek net alsof ik klaar met dit leven was. Alsof mijn leven alleen uit ellende bestond en het maar niet ophieldt.

"Wat is dat aan je hand?". Zei Fatima terwijl ze mijn pols pakte en bekeek. Ik keek naar het armbandje van Sami. "Heeft Leila dit gemaakt?". Vroeg ze met een glimlach. "Kleine monstertje dat ze is, ze zal zoiets nooit voor haar moeder maken." Zei Fatima terwijl ze het armbandje om deed bij zichzelf. Ik dacht aan Sami en die dag toen hij voor het bedrijf stond. Als ik mijn simpele leven terug kon krijgen en voor kinderen kon zorgen zoals ik dat altijd deed, deed ik het zo zonder er ook maar over te hoeven nadenken. Ik was zo gelukkig en deed toen alles uit liefde. Nu voelde ik me zo verloren en niet op mijn plek. Toen ik Sami leerde kennen in het ziekenhuis had ik meteen een gevoel alsof hij deel uit zou maken van mijn leven. Op welke manier dat was wist ik toen niet. Soms heb je een gek voorgevoel en dat klopte ook bij mij.

"Hé????? Wat staat hier nou??".

Ik keek naar Fatima die het armbandje zo bekeek alsof het iets bijzonders was. Voor mij was het dat wel. "Voor Sara, mijn bonusmama". Zei ze hardop. Ik fronste mijn wenkbrauwen en Fatima keek me aan. "Van wie heb je dit gehad?". Vroeg ze. Ik pakte het armbandje aan en bekeek het dit keer goed. Vorige keer nam ik het aan en deed ik 'm om zonder het goed te bekijken. Ik was al lichtelijk in shock dat Sami voor mijn neus stond. Sami had duidelijk zijn best gedaan want het armbandje bevatte elke kleur die er maar bestond. "Hier." Zei Fatima. Ze wees naar het draadje waar de pareltjes aan vast zaten. En inderdaad. Piepklein. Alsof hij het stiekem had gedaan. In zijn handschrift stond het opgeschreven in de draad zelf. De draad was lichtblauw en de parels zaten ervoor. 'Voor Sara, mijn bonusmama'. Ik las het zinnetje wel honderd keer. Hij zag mij als een bonusmoeder. Het enige wat ik nu zou willen is die jongen vasthouden en knuffelen. Het was gek dat ik dit nooit gezien had, maar ook wel logisch. Door alle stress en chaos was dat ook niet zo vreemd. "Van wie heb je het gehad?". Zei Fatima nog een keer. "Van Sami." Zei ik. Ze keek me vaag aan. "Waar heb je die jongen gezien dan?". Zei ze. Ik keek haar aan en deed het bandje om. "In Italië. Hij kwam naar mijn bedrijf toe." Zei ik. Fatima keek nog vreemder en glimlachte vervolgens alleen. "Dat is nogal wat en best wel lief." Zei ze. Ik knikte en bleef maar naar het bandje kijken. "Hij was...". Ik stopte met praten en keek naar Fatima. "Ik was zo gelukkig toen Faat. Ik was zo gelukkig. Telkens als ik 'm zie voel ik me kalm en rustig." Zei ik met tranen in mijn ogen. Fatima kwam naast me zitten en sloeg een arm om mij heen. "Ik hieldt ervan om voor hem te zorgen. Ik hieldt ervan om voor alle kinderen te zorgen. Als het die stomme ontslag niet was destijds in het ziekenhuis, dan zagen onze levens er anders uit. Ik zou nooit iets te maken hebben gehad met Rayan en al deze verdriet en pijn." Zei ik. Fatima zweeg enkel en keek me aan. "Zo heeft het gewoon moeten zijn Sara. Dit was voorbestemd. Ok, het heeft niet goed uitgepakt maar we hebben ook hier lessen uit gehaald. Niet alle sprookjesverhalen hebben een gelukkig einde. Wist je nog toen je naar me toe kwam thuis, je was helemaal verliefd. Ik zei zo vaak dat jouw verhaal op een sprookje leek. Hoe heet ze ook al weer.. die han.. haan..". Ik moest ineens lachen door mijn tranen heen. "Hanan bedoel je." Zei ik. "Ja die! Hanane was de boze stiefmoeder, Sami was overgeleverd aan jou, de lieve verzorgster en Rayan was dé knappe prins van het huis." Zei ze. Ik moest glimlachen als ik aan die tijd dacht. "Het was zo simpel. Zo mooi. Geef mij maar tien Hanans om me heen dan deze vreselijke situatie waarin ik zit." Zei ik. "Ik heb het gevoel alsof ik jullie teleurgesteld heb. Jou, mijn tante, mezelf, maar vooral oom Hafid." Zei ik. Ik keek naar de fotolijst en pakte deze op. "Zelfs op een foto keek hij serieus en niet vrolijk. Ik mis die blik van hem wel." Zei Fatima. Ik knikte en bleef kijken naar de foto. "We hebben al weinig familie, we houden niks meer over." Zei ik. Fatima zweeg en knikte langzaam.

From Italy With LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu