ONTSLAG EN ACADEMISCHE VRIJHEID
Hoe streng moet de rechter er in ontslagzaken op toezien, dat de academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting van wetenschappers worden geborgd? Die vraag staat centraal in een cassatieberoep dat ons kantoor vandaag instelde bij de Hoge Raad.
De zaak betreft het ontslag van Susanne Täuber, voormalig UHD bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zij publiceerde in 2019 een essay in het gerenommeerde Journal for Management Studies. Daarin beschreef Täuber hoe zij bij haar deelname aan het Rosalind Franklin Fellowship programma – een programma van de RUG dat is gericht op het ontwikkelen van vrouwelijk wetenschappelijk talent – had ondervonden dat zulke regelingen juist nadelig kunnen zijn voor vrouwen. Zij werken structurele discriminatie veeleer in de hand, onder meer omdat zij als bedreigend voor meritocratische principes worden gezien. Täuber is specialist inclusie en diversiteit en maakt deel uit van de Advisory Committee Diverse and Inclusive Higher Education and Research , die de Minister van Onderwijs adviseert.
Hoogleraren van de vakgroep waar Täuber werkte, voelden zich in hun reputatie aangetast door het essay. De decaan schreef aan de redactie dat het artikel mogelijk nadelig zou zijn voor haar verdere carrière en hij verzocht zelfs om het publicatiebeleid te herzien. Een andere hoogleraar schreef aan alle collega's van Täuber bij de vakgroep dat het essay "inappropriate and damaging" was. In 2022 werd ontslag aangevraagd voor Täuber, wegens verstoorde verhoudingen.
De kantonrechter vond dat de RUG verwijtbaar had gehandeld, maar ontbond de arbeidsovereenkomst wel. Het hof besliste op 8 januari jl. dat de ontbinding terecht was. Van een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting is volgens het hof geen sprake, omdat het essay wel "een schakel", maar geen "essentiële schakel" vormt die heeft geleid tot de ontbinding. Niet is gebleken dat de arbeidsovereenkomst, als het essay niet geschreven was, niet ook ontbonden zou zijn. Over de academische vrijheid zegt het hof niets.
Bij de Hoge Raad wordt – onder meer – bepleit dat het hof de vrijheid van meningsuiting en de academische vrijheid onvoldoende heeft geborgd. Van een inmenging in de vrije meningsuiting is al sprake als een uiting bijdraagt aan de beëindiging van het dienstverband, niet pas als de uiting een "essentiële schakel" in dat proces is. Dat geldt eens te meer als de uiting ook valt onder de academische vrijheid. Dan moet de rechter extra streng toetsen of een inbreuk wordt gemaakt, en zo ja, of deze te rechtvaardigen valt. Verder wordt de beslissing van het hof bestreden dat de reacties van Täuber's leidinggevenden geen inbreuk op haar vrijheid van meningsuiting opleverden. Ook wordt aan de orde gesteld of op de RUG geen verzwaarde herplaatsingsverplichting kon rusten, mede om recht te doen aan de academische vrijheid. De uitspraak is in 2025 te verwachten.
#cassatie #debrauw #vrijheidvanmeningsuiting #academischevrijheid
Editor & content creator, focused on mergers & acquisitions and investing in private markets (MenA.nl)
5moWeer een mooi portret van een M&A Award winnaar geschreven door Charles Sanders