Een andere afstandsbediening gebruiken met je Apple TV
Je kunt een ondersteunde afstandsbediening voor tv of ontvanger, een netwerkafstandsbediening voor home-controlsystemen of een infraroodafstandsbediening (ook wel een universele afstandsbediening genoemd) gebruiken om de Apple TV te bedienen.
Als je tv of ontvanger ondersteuning biedt voor HDMI-CEC, gebruikt de Apple TV de HDMI-verbinding, zodat je de afstandsbediening voor tv of ontvanger kunt gebruiken om de Apple TV te bedienen. Zie het Apple Support-artikel Een tv of ontvanger bedienen met Siri Remote of Apple TV Remote voor meer informatie.
Een netwerkafstandsbediening stuurt signalen naar de Apple TV via een netwerk, zodat je de afstandsbediening niet direct op de Apple TV hoeft te richten.
Een infraroodafstandsbediening moet de signalen 'leren' van de Siri Remote.
Een netwerkafstandsbediening gebruiken met de Apple TV
Voordat je een netwerkafstandsbediening voor home-controlsystemen kunt gebruiken voor de Apple TV, moet je de afstandsbediening toevoegen aan de Woning-app op een iOS- of iPadOS-apparaat. Zorg ervoor dat de afstandsbediening is ingeschakeld en is verbonden met het netwerk.
Open de Woning-app op je iOS- of iPadOS-apparaat.
Tik op de knop met het plusteken, tik op 'Voeg accessoire toe' en volg de instructies op het scherm.
Mogelijk moet je de achtcijferige HomeKit-toegangscode scannen of invoeren. Je vindt deze code op de afstandsbediening zelf (of in de verpakking of documentatie). Je kunt de afstandsbediening toewijzen aan een kamer en een naam opgeven voor de afstandsbediening. De naam bepaalt hoe de afstandsbediening wordt weergegeven in de Woning-app en op de Apple TV en hoe je de afstandsbediening bedient met Siri.
Een universele afstandsbediening programmeren voor gebruik met je Apple TV
Open Instellingen op de Apple TV.
Ga naar 'Afstandsbedieningen en apparaten' > 'Leer afstandsbediening kennen' en volg de instructies op het scherm.