Kaarten toevoegen aan een fotoboek
Je kunt kaarten aan je fotoboeken toevoegen om te laten zien waar de foto's zijn gemaakt. Je kunt je eigen locaties aan een kaart toevoegen en bepalen hoe de kaart wordt weergegeven.
Een kaart toevoegen of verwijderen
Klik in de navigatiekolom onder 'Projecten' op een fotoboek.
Klik dubbel op de pagina waaraan je de kaart wilt toevoegen.
Klik op de knop 'Opties' in de knoppenbalk.
Voer een van de volgende stappen uit:
Een kaart toevoegen: Selecteer een paginalay-out met een kaart.
Een kaart verwijderen: Selecteer een andere paginalay-out.
Een kaart wijzigen en verplaatsen
Klik in de navigatiekolom onder 'Projecten' op een fotoboek.
Klik dubbel op de pagina met de kaart en selecteer vervolgens de kaart.
Belangrijk: Zorg dat je de kaart selecteert en niet de pagina.
Klik op de knop 'Opties' in de knoppenbalk.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
De stijl van de kaart wijzigen: Klik op het venstermenu 'Kaart' en kies 'Standaard', 'Hybride' of 'Satelliet'.
Tekstlabels weergeven of verbergen voor de locaties van foto's op de kaart: Schakel het aankruisvak 'Toon markeerlabels' in of uit.
In- of uitzoomen op de kaart: Sleep de schuifknop 'Zoominstelling kaart'.
De kaart verplaatsen in het kader: Sleep de kaart omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
Plaatsmarkeringen op een kaart toevoegen, verwijderen en hernoemen
Nadat je een kaart hebt toegevoegd aan een fotoboekpagina, worden alle locaties die horen bij je foto's automatisch op de kaart weergegeven. Je kunt nieuwe locaties en plaatsmarkeringen toevoegen aan de kaart.
Klik in de navigatiekolom onder 'Projecten' op een fotoboek.
Klik dubbel op de pagina met de kaart en selecteer vervolgens de kaart.
Belangrijk: Zorg dat je de kaart selecteert en niet de pagina.
Klik op de knop 'Opties' in de knoppenbalk.
Voer een of meer van de volgende stappen uit:
Een nieuwe plaatsmarkering toevoegen: Klik op de knop met het plusteken. Er verschijnt een plaatsmarkering. Plaats de aanwijzer op de plaatsmarkering, klik en houd de muisknop ingedrukt totdat de rode cirkel groter wordt. Sleep de cirkel vervolgens naar de gewenste locatie. Klik dubbel op de naam van de plaatsmarkering en typ een naam of beschrijving voor de locatie.
Handmatig een locatie toevoegen aan een kaart: Klik met de Control-toets ingedrukt op een locatie op de kaart en kies 'Voeg speld toe'. Er verschijnt een markering op de kaart en de locatie wordt toegevoegd aan de lijst 'Plaatsen'. Klik dubbel op de naam van de nieuwe locatie en typ een naam of beschrijving.
Een plaatsmarkering verwijderen: Klik om een plaatsnaam te selecteren in de lijst 'Plaatsen' (klik op de naam, niet in het aankruisvak) en klik vervolgens op de knop met het minteken.
Een plaatsmarkering weergeven of verbergen: Schakel het aankruisvak van een plaatsnaam in of uit.
De naam van een locatie op een kaart wijzigen: Klik dubbel op de naam van de locatie in de lijst 'Plaatsen' en typ een nieuwe naam.