Oerwoud
“Het bestuderen waard, wanneer ik eens tijd heb.”
Een oerwoud, met als synoniemen "regenwoud" en "jungle", is een dichte begroeiing, die enerzijds voortkomt uit de onze planeet omvattende en onze diersoort voorafgaande oerbegroeiing, maar anderzijds ook duidt op recentere ontwikkelingen van die aard, die dan beschouwd worden als gedeeltelijke regeneratie van intussen grotendeels verdwenen stukken oeroerwoud.
Oeroerwoud[bewerken]
Diepgaand en decennia durend onderzoek onder de overkoepelende leiding van NASA wees in 1994 uit dat onze planeet volledig begroeid uit de Big Bang of "oerknal" is gekomen, en dat die begroeiing geleidelijk weggeërodeerd is, en dat de eens zo beboste valleien zich hebben gevuld met water, dat dan verziltte: onze zeeën en oceanen.
Exponentiële erosie[bewerken]
Deze begroeiing wordt het "oeroerwoud" genoemd, en zoals met alle zaken die op een tijdbalk kunnen weergegeven worden, voltrekt zich de metamorfose van het oeroerwoud volgens een exponentiële curve, wat in praktijk betekent dat het steeds sneller van de aardbodem verdwijnt enerzijds, en dat de dinosauriërs weinig anders dan massa's groene begroeiing hebben gekend anderzijds.
Maanoeroerwoud[bewerken]
Parallel aan dit onderzoek werd er door ijverige vorsers bij NASA ook nagekeken hoe het toen met de maan was gesteld, en dit groepje geleerden, bijgenaamd "De Groene Jongens", beweren dat onze satelliet evenzeer begroeid was, maar dat het boeltje daar intussen al volledig is weggeërodeerd, en dat dit, door de veel geringere omvang van ons maantje, zo snel ging, dat er zich geen water heeft opgehoopt, en dat de oppervlakte zó snel uitdroogde dat op de duur ook de atmosfeer eraan moest geloven. Deze theorie wordt echter door de rest van de wetenschappelijke wereld aangevochten, en dient dus met de spreekwoordelijke korrel zout genomen te worden. Ze is wel handig om als schrikbeeld te dienen voor mensen die menen dat het met het aardse oerwoud nog zo slecht niet gaat: "Indien we zo blijven ontbossen, droogt onze planeet uiteindelijk óók uit, en gaat onze dampring er óók aan!", aldus nog "De Groene Jongens".
Nieuw oerwoud: asfaltjungle[bewerken]
In 1922 werd voor het eerst op wetenschappelijke wijze een geval gerapporteerd van het spontaan ontstaan van een oerwoud op een totaal van begroeiing verstoken plaats: een afgedankt stuk asfaltweg in Minneapolis, Minnesota (Verenigde Staten). Omwille van het hoopgevende effect van zulk een explosie van leven, werd unaniem en wereldwijd besloten om dergelijke begroeiingen het statuut van "oerwoud" te geven, zelfs al hebben ze geen rechtstreekse band met het authentieke oerwoud. Omwille van de uitzonderlijke omgeving van de waarneming van 1922, wordt voor een op die manier ontstaan oerwoud ook vaak het woord "asfaltjungle" gebruikt. Asfaltjungles krijgen, behalve het statuut van oerwoud, ook meteen dat van natuurreservaat.
Bewoners van het oerwoud[bewerken]
De meeste van onze verste voorouders hebben dus in het oerwoud geleefd[1], en sommige afstammelingen wonen daar nóg, al moeten zij dagelijks terrein prijs geven. Deze bevolkingsgroepen worden "stammen" genoemd, een onvoorzichtige benaming voor wezens die in een woud wonen: zulks geeft aanleiding tot legendes over zich verplaatsende bomen, wandelende takken en ander moois.
Rituelen[bewerken]
De stammen (de bewoners, niet die van de bomen: ziet u wel hoe verwarrend dit is?) zijn een dankbaar onderzoeksonderwerp voor mensachtigen die vreemd zijn geworden aan deze habitat, en wel omdat men der daar zeer exotische rituelen op nahoudt. De studie van deze rituelen, waarvan aangenomen wordt dat ze onveranderd millennia lang zijn doorgegeven, moet meer inzicht geven in het gedrag van onze voorouders, maar is vooral een voorwendsel om leuk spektakel in een sprookjesachtige omgeving voorgeschoteld te krijgen, en, op de verplaatsing na, helemaal niet duur. 't Zijn ook zo'n vriendelijke mensen, en altijd lachen!
Ontdekking[bewerken]
Oerwoudstammen hebben alle één eigenschap gemeen: zolang ze niet ontdekt zijn, hebben ze geen naam, en bestaan ze niet of nauwelijks. Leden van stammen die in dat stadium verkeren, stellen zich minstens eenmaal per dag de pertinente vraag: "Bestaan we nu of bestaan we niet? 't Is die onzekerheid." Ontdekkingsreizigers worden dan ook zonder uitzondering hartelijk ontvangen door onontdekte stammen, wat de indruk geeft dat deze mensen zo vriendelijk zijn, en altijd lachen!
Ander leven[bewerken]
Behalve door stammen, wordt het oerwoud ook bevolkt door allerhande gedierte, wat het ook aantrekkelijk maakt voor biologen die nog geen ontdekking op (of achter) hun naam hebben staan. Met een beetje geluk kan een bioloog na een week in het oerwoud al zijn naam aan een tot dan onbekend diertje geven, liefst in een verlatijnste versie. Een leek (de postbode, of de buurvrouw van bijvoorbeeld Pieter Bollemans) is dan onder de indruk van een naam als "Blaberus Bollemansius", tot ze erachter komen dat dit een soort Zuid-Amerikaanse kakkerlak is.
Bescherming[bewerken]
De zorgwekkende erosie van het eens alomvattende oerwoud heeft de mensheid genoopt tot het nemen van drastische maatregelen ter bescherming van wat ook wel eens "de groene long van de planeet" wordt genoemd. Omdat mensen zeer creatief zijn in het omzeilen van wetten, worden haast dagelijks maatregelen toegevoegd: zo is het sinds 15 april 2016 verboden om door middel van een grasmaaier het oerwoud te herscheppen in een gazon. Deze maatregel blijkt gemakkelijker op te leggen dan de wet die het omzagen van oerwoudbomen voor commerciële doeleinden verbiedt. Een dikzak op een zitmaaier is uiteraard gemakkelijker in te tomen dan een kleerkast met een kettingzaag.
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Wellicht waren er toen al kale plekken en wateroppervlaktes in het oeroerwoud gekomen, en ook dáár zullen wellicht mensachtigen geleefd hebben. Vissers, bijvoorbeeld. Of kameeldrijvers.