zendbereik
Uiterlijk
- Geluid: zendbereik (hulp, bestand)
- zend·be·reik
- samenstelling van zend ww en bereik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zendbereik | - |
verkleinwoord | - | - |
het zendbereik o
- de straal van het gebied rond een zender waar deze goed te ontvangen is
- Na de verhoging van de mast en de vergroting van het zendvermogen is het zendbereik een stuk groter geworden.
- Het woord zendbereik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.