witgeel
Uiterlijk
- samenstelling van wit en geel
- wit·geel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witgeel | |
verkleinwoord |
het witgeel o
- (kleur) een erg lichte kleur geel die dicht tegen wit aan zit
- Het witgeel van deze afbeelding steekt scherp af tegen het blauw.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | witgeel | witgeler | witgeelst |
verbogen | witgele | witgelere | witgeelste |
partitief | witgeels | witgelers | - |
witgeel
- witgeel hebbend als kleur
- Hij rijdt in een witgele auto.
- Het woord 'witgeel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "witgeel" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %