wende
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Wende |
- wen·de
- [A] naamwoord van handeling van wenden ww : de stam met het achtervoegsel -e [1] [2] [3]
- [A] ww: wend ww met de uitgang -e
- [B] ww: wen ww met de uitgang -de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wende | wenden |
verkleinwoord | wendetje | wendetjes |
- overgang naar een nieuwe periode
- (landbouw) (historisch) strook aan de korte einden van een akker die dwarsgeploegd is, nadat de ploeg daar telkens werd gekeerd
vervoeging van |
---|
wenden |
[A] wende
- aanvoegende wijs van wenden
- Voor nadere informatie wende men zich tot een van de bestuursleden.
vervoeging van |
---|
wennen |
[B] wende
- enkelvoud verleden tijd van wennen
- Ik wende.
- Jij wende.
- Hij, zij, het wende.
- Ik wende.
- Het woord wende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wende" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Historisch in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %