welput
Uiterlijk
- wel·put
- samenstelling van wel ww en put [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welput | welputten |
verkleinwoord | welputje | welputjes |
de welput m
- put waarin water opwelt
- Het woord welput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welput" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be