watsche
Uiterlijk
- wat·sche
vervoeging tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm hele vervoeging zie watsche/vervoeging | ||||
---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
watsche | |||
verleden tijd |
(ich hab) gwatscht | |||
voltooid deelwoord |
gwatscht | |||
enkelvoud | meervoud | |||
1e persoon | ich | watsch | mir / mer | watsche |
2e persoon | du | watscht | dihr / der dihr / der dihr / der ihr / er ihr / er nihr / ner |
watscht watschet watsche watscht watsche watsche |
3e persoon | er | watscht | sie | watsche |
sie | watscht | |||
es | watscht |
watsche (hulpwerkwoord: hawwe ww )
- onovergankelijk, overgankelijk goed kijken naar, observeren
- «Dann kann ich mich in mei Kich mit en Koppche Kaffi hiehocke un die Veggel watsche.»
- Dan kan ik in mijn keuken gaan zitten en de vogels observeren.
- «Dann kann ich mich in mei Kich mit en Koppche Kaffi hiehocke un die Veggel watsche.»
- wederkerend zich observeren
- Duits: [1]: sich beobachten
- Engels: [1]: (to) watch, (to) observe
- Duits: [2]: sich beobachten
- Engels: [2]: (to) introspect
watsche
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van watsche
- De verschillende woordvormen zijn gebaseerd op regionale afwijkingen.
- dihr / der watsche
- ihr / er watsche
- nihr / ner watsche
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 7
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Engels
- Niet-samengesteld werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Zwak werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Onovergankelijk werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Overgankelijk werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Wederkerend werkwoord in het Pennsylvania-Duits
- Werkwoordsvorm in het Pennsylvania-Duits