vrouwmens

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vrouwmens    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vrouw·mens

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vrouw zn  en  mens zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vrouwmens	vrouwmensen
verkleinwoord	vrouwmensje	vrouwmensjes

Zelfstandig naamwoord

het vrouwmens o

1. (pejoratief) vrouw

   • De onderwerpen zijn uit het gewone dagelijkse leven geplukt. „Ik kan me makkelijk in beide personages verplaatsen. Ook in het vrouwmens. Toen ik een jaartje of 6 was kwam ik drie keer per week bij m’n oma en las daar Margriet en Libelle. Vandaar. Ik weet wat er onder vrouwen leeft”, zegt Kusters lachend.  
   • En waar ik probeer er voorzichtig omheen te lopen, slokken ze me op voor ik het weet en krijg ik rijen en rijen reacties over me uitgestort van vooral vrouwmensen die ik soms nog nooit gezien heb!  

Synoniemen

• katijf, mannin, mens, wijf, vrouwspersoon, vrouw

Vertalingen

    1.   

Engels: woman (en)

Gangbaarheid

• Het woord vrouwmens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrouwmens" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.