vrijgeven
Uiterlijk
- vrij·ge·ven
- samenstelling van vrij en geven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijgeven |
gaf vrij |
vrijgegeven |
klasse 5 | volledig |
vrijgeven
- overgankelijk zonder voorbehoud beschikbaar stellen, toegankelijk maken
- Parlementariërs hebben de regering gevraagd de geheime documenten vrij te geven.
- De nieuwste versie van de browser is gisteren officieel vrijgegeven.
- Het pand is enige tijd ontruimd geweest, maar na controle van de brandweer weer vrijgegeven.
- ▸ Verkeer werd omgeleid via de A13 en A20. Rond 08.45 werd de tunnel in beide richtingen weer vrijgegeven. Na afloop stonden er nog flinke files van Rotterdam tot Rijswijk en van Spijkenisse tot Ridderkerk, maar inmiddels kan het meeste verkeer weer doorrijden.[1]
1. zonder voorbehoud beschikbaar stellen, toegankelijk maken
- Het woord vrijgeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijgeven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Ketheltunnel dicht tijdens ochtendspits vanwege ziekmeldingen, inmiddels weer open” (16 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 5 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %