Naar inhoud springen

voorspoed

Uit WikiWoordenboek
  • voor·spoed
enkelvoud meervoud
naamwoord voorspoed
verkleinwoord

de voorspoedm

  1. dat het goed gaat
    • Bij het huwelijk wensen wij het bruidspaar veel voorspoed en geluk. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]