volkswijk
Uiterlijk
- volks·wijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volkswijk | volkswijken |
verkleinwoord | volkswijkje | volkswijkjes |
- een wijk van een stad waar het volk woont.
- ▸ Zelfs met een flinke som geld en extra aandacht lukt het niet om een oude, arme volkswijk in een paar jaar te veranderen in een moderne stadswijk waar het goed toeven is. Dat blijkt in Oud-Crooswijk in Rotterdam, vijf jaar geleden volgens het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP) de armste wijk van Nederland.[1]
- Het woord volkswijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volkswijk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be