vlierstruik

Nederlands

vlierstruik

Uitspraak

• Geluid:  vlierstruik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vlier·struik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vlier zn  en  struik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vlierstruik	vlierstruiken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vlierstruik m

1. Sambucus  snelgroeiende heester met witte of witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten

   • Volgens Roland Jennes (VB) moet het district dringend werk maken van het schoonmaken van het veldje op het einde van de Mortselsesteenweg. Dat staat nu vol onkruid en vlierstruiken. ,,De slordige inplanting nodigt uit tot sluikstorten,, aldus Jennes.  
   • Het stadsbestuur trok zijn werkvolk terug en TFC beschikte niet over voldoende mankracht om het domein te onderhouden. Dat merk je onder meer aan de wandelpaden, die een wiedbeurt verdienen. Het kleinveepark is leeg en overwoekerd met vlierstruiken.  
   • “We zijn bij mijn kantoor aangekomen”, zegt Camphuysen in een duinkom. Het gesuis van de wind en het gekrijs van de meeuwen is weggevallen. Tussen de vlierstruiken staan twee kisten met apparatuur.  

Synoniemen

• vlier

Vertalingen

    1.   

Duits: Holunder (de) m Engels: elderberry (en), elder (en)

Frans: sureau (fr) m Spaans: saúco (es) m

Gangbaarheid

• Het woord vlierstruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlierstruik" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.