vivisectie
Uiterlijk
- Geluid: vivisectie (hulp, bestand)
- vi·vi·sec·tie
- In de betekenis van ‘proefneming op levende dieren’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- samenstelling van snijden (sectie) en levend (vivo)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vivisectie | vivisecties |
verkleinwoord |
de vivisectie v
- is het ontleden van een levend dier voor wetenschappelijk onderzoek
- Zowel voor- als tegenstanders zijn het er over eens dat wanneer vivisectie gedaan wordt, dit op zo'n manier moet gebeuren dat er een zo klein mogelijk aantal proefdieren gebruikt wordt. Bovendien moet de mate van ongerief voor de dieren zo klein mogelijk zijn.
- Het woord vivisectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vivisectie" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vivisectie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be