vibratie
Uiterlijk
- vi·bra·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘trilling’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
- Naamwoord van handeling van vibreren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vibratie | vibraties |
verkleinwoord | - | - |
- trilling of slingerende beweging
- wijze van masseren waarbij het betrokken lichaamsdeel in trilling gebracht wordt (met een vibrator)
- vibratiegevoel, vibratiemassage, vibratiepomp, vibratierelais, vibratietijd, vibratietraining, vibratiezin, vibratieënergie
- Het woord vibratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vibratie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "vibratie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vibratie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be