Naar inhoud springen

verzetten

Uit WikiWoordenboek
  • ver·zet·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzetten
verzette
verzet
zwak -t volledig

verzetten

  1. wederkerend zich ~ tegen: weerstand bieden aan iets
    • Zij verzetten zich danig tegen de overvallers. 
  2. overgankelijk van de ene op de andere plaats zetten
    • Hij verzette zijn koning om schaak te voorkomen. 
     Wat moest ik doen als er ’s nachts onverwacht toch iemand langs zou komen rijden? Ik kroop mijn tent uit en verzette nogmaals alle haringen om zo nog minder in de weg te staan.[1]
  3. inergatief werk ~ veel aan het arbeidsproces bijdragen
    • Hij heeft altijd veel werk verzet. 
  4. (scheepvaart) een zijdelingse beweging maken

de verzettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verzet
vervoeging van
verzetten

verzetten

  1. meervoud verleden tijd van verzetten
    • Wij verzetten. 
    • Jullie verzetten. 
    • Zij verzetten. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be