verzekeringsnemer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verzekeringsnemer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·ze·ke·rings·ne·mer

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van verzekering en de stam van nemen met het achtervoegsel -er met het invoegsel -s-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verzekeringsnemer	verzekeringsnemers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de verzekeringsnemer m

1. (economie) iemand die een verzekering heeft afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij

Schrijfwijzen

• verzekeringnemer

Vertalingen

    1. iemand die een verzekering heeft afgesloten   

Duits: Versicherungsnehmer (de) m, Versicherter (de) m

Engels: insurance holder (en)

Gangbaarheid

• Het woord verzekeringsnemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.