verwaarloosbaar
Uiterlijk
- ver·waar·loos·baar
- Afgeleid van de stam van verwaarlozen met het achtervoegsel -baar.
verwaarloosbaar
- niet de moeite om zich met iets bezig te houden
- Het aantal daalde met 3%, volgens hem een verwaarloosbare hoeveelheid.
- bijna niet aanwezig; in de betekenis het risico is verwaarloosbaar
1. niet de moeite om zich met iets bezig te houden
- Het woord verwaarloosbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.