vervoersmogelijkheid
Uiterlijk
- ver·voers·mo·ge·lijk·heid
- samenstelling van vervoer zn en mogelijkheid zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervoersmogelijkheid | vervoersmogelijkheden |
verkleinwoord |
de vervoersmogelijkheid v
- manier waarop men zich kan verplaatsen
- ▸ Per jaar bezoeken ruim 400.000 mensen het bad. De 86-jarige mevrouw Hofman vroeg eerder om een halte bij het bad. Zij zwemt geregeld in het Twentebad. Haar enige vervoersmogelijkheid is de bus en die stopt op de Deurningerstraat. Daarna moet ze een afstand van 600 meter lopen over het fietspad aan de Hamerstraat, een trottoir is er niet.[2]
- ▸ Voor automobilisten met een te hoog alcohol- of drugspercentage in hun bloed, wordt een alternatieve vervoersmogelijkheid gezocht.[3]
- Het woord vervoersmogelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Bushalte bij Twentebad Hengelo wordt dure grap” (21-01-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron Peter Zandee“Alcohol- en drugstests bij De Radstake” (15-02-2018), Tubantia