verstrengelen
Uiterlijk
- ver·stren·ge·len
- afgeleid van strengelen met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstrengelen |
verstrengelde |
verstrengeld |
zwak -d | volledig |
verstrengelen [1]
- overgankelijk door elkaar doen lopen, verward maken
- overgankelijk verenigen
1.
- Het woord verstrengelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal