verrijking
Uiterlijk
- Geluid: verrijking (hulp, bestand)
- ver·rij·king
- Naamwoord van handeling van verrijken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verrijking | verrijkingen |
verkleinwoord | - | - |
de verrijking v
- het rijker worden (in materiële of immateriële zin)
- ▸ ’s Avonds spreken ze voor het eten samen het tafelgebed uit. Zowel voor hen als voor ons een verrijking.”[1]
1.
- Het woord verrijking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verrijking" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Bertus Bouwman“Bondsdaglid neemt twee vluchtelingen in huis” (17-08-2015), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be