verdraaid
Uiterlijk
- ver·draaid
- vervoeging van verdraaien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | verdraaien… |
verbogen vorm: | verdraaide |
verdraaid
- voltooid deelwoord van verdraaien
verdraaid
- (krachtterm) uitroep van verbazing en ergernis
- Verdraaid! Dat zal toch niet waar zijn!
stellend | |
---|---|
onverbogen | verdraaid |
verbogen | verdraaide |
partitief | verdraaids |
verdraaid
- (krachtterm) uitdrukking van afkeer, ergernis, soms ook speels als waardering bedoeld
- Heeft die verdraaide bengel me toch nog mat gezet!
- Het woord verdraaid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdraaid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -d
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Krachtterm in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %