verdoemenis
Uiterlijk
- Geluid: verdoemenis (hulp, bestand)
- ver·doe·me·nis
- In de betekenis van ‘eeuwige veroordeling’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Naamwoord van handeling van verdoemen met het achtervoegsel -enis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdoemenis | |
verkleinwoord |
de verdoemenis v
- de plaats waar de duivel woont
- De priesters dreigden met hel en verdoemenis als je niet helemaal volgens de regels van de kerk leeft.
- een heel slechte plaats
- De politicus beweerde dat de wereld naar de verdoemenis gaat als zijn tegenstander zou winnen bij de verkiezingen.
- Het woord verdoemenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdoemenis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "verdoemenis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verdoemenis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be