verdiende

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verdiende    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·dien·de

Bijvoeglijk naamwoord

verdiende

1. verbogen vorm van de stellende trap van verdiend

Werkwoord

vervoeging van
verdienen

verdiende

1. enkelvoud verleden tijd van verdienen
   

   • Ik verdiende. 
     
   • Jij verdiende. 
     
   • Hij, zij, het verdiende. 

   ▸ Hij werkte heel zelden, verdiende hierdoor weinig geld, maar gaf ook bijzonder weinig uit.

2. verbogen vorm van verdiend, voltooid deelwoord van verdienen