verbeelden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verbeelden    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈbeldə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ver·beel·den

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van beeld met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verbeelden	verbeeldde	verbeeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

verbeelden

1. overgankelijk kunstzinnig weergeven

   • Patiënten schilderen en verbeelden hoe de kanker hun leven heeft beïnvloed. 

   ▸ De 'sketches tussen de middag' die schuilgaan achter Chesterfield laten zien wat voor een onuitputtelijk medium het theater is om de gekte te verbeelden, die altijd en overal op de loer ligt.

2. overgankelijk een weergave zijn van

   • De grote muurschildering verbeeldt de toren die vroeger op deze plaats stond. 

3. wederkerend zich ~: in gedachten een beeld van iets vormen

   • Zij verbeeldde zich dat de oorlog voorbij was. 

4. wederkerend zich ~: een ongerechtvaardigd hoge dunk van zichzelf hebben

   • Wat verbeeldt ze zich eigenlijk? Dat ze de koningin van het universum is? 

Synoniemen

• [2] voorstellen
• [3] zich voorstellen
• [4] zich inbeelden

Verwante begrippen

• afbeelden, uitbeelden, verzinnelijken, voorstellen

Afgeleide begrippen

• verbeelder, verbeelding, verbeeldsel

Vertalingen

    1. kunstzinnig weergeven   

Duits: darstellen (de) Engels: depict (en), represent (en)

Frans: représenter (fr) Spaans: reproducir (es), retratar (es)

    2. een weergave zijn van   

Duits: darstellen (de) Engels: depict (en), represent (en)

Frans: représenter (fr) Spaans: reproducir (es), retratar (es)

    4. een ongerechtvaardigd hoge dunk van zichzelf hebben   

Duits: sich etwas einbilden (de)

Gangbaarheid

• Het woord verbeelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbeelden" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.