veranderingsdrift
Uiterlijk
- ver·an·de·rings·drift
- samenstelling van verandering zn en drift zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veranderingsdrift | veranderingsdriften |
verkleinwoord |
- de overdreven grote neiging om alles en iedereen maar anders te doen dan voorheen gebruikelijk was
- ▸ Als iets functioneerde, maakten ze het met hun veranderingsdrift kapot, tot er weer nieuwe problemen rezen die ze konden oplossen om zich te kunnen profileren.[1]
- ▸ Neuteboom vindt ook dat de toon evenwichtiger moet en dat de culturele verworvenheden van Nederland meer mogen worden gewaardeerd. “Links-liberalen zoals Alexander Pechtold kijken neer op mensen die niet staan te trappelen om mee te gaan in de vaart der volkeren of die niet mee kunnen komen door alle veranderingsdrift en vernieuwingsdrang. Maar mensen hechten aan zekerheid en willen een beetje met rust worden gelaten.” De politicus in spe vult aan: “Als de politiek dat eens gaat begrijpen, zou er al veel gewonnen zijn.”[2]
- ▸ PS-factieleidster en voormalig vicepremier Laurette Onkelinkx verwijt de centrumrechtse regering in al haar 'veranderingsdrift' eerst te doen en dan pas te denken (in het debat over de brugpensioenen).[3]
- Het woord 'veranderingsdrift' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Weblink bron “De CDA- jeugd ziet Wilders wel zitten” (13/08/2010), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Ongehoord: 'Om helemaal zeker te zijn dat er niet éérst zou worden nagedacht, heeft deze regering alle vrouwen uit het kernkabinet gegooid.'” (Vrijdag 6 maart 2015 om 06:34), De Standaard