veeboot
Uiterlijk
- vee·boot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veeboot | veeboten |
verkleinwoord | veebootje | veebootjes |
- platte boot geschikt voor het vervoer van koeien, schapen en ander vee
- ▸ Op 21 januari werd een veel grotere kraan in een veeboot gezet om een klus te klaren midden in het gebied. Toen het gevaarte over de klep van de schuit het land op wilde rijden, ging het mis. Boot en kraan kantelden. Vier werklieden kwamen met de schrik en een nat pak vrij.[2]
- Het woord 'veeboot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veeboot" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gerco Verdouw“Mammoet vist kraan uit veen Nieuwkoop” (22-02-2005), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be