vakna
Uiterlijk
vakna
- ontwaken, wakker worden
- IPA: /vak.na/
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord (supinum) | |
3e pers enk. | 1e pers mv. | ||
vakna | vaknaði | vöknuðum | vaknað |
volledig |
vakna
- ontwaken, wakker worden
- vak·na
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
vakna
- vak·na
- Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord vakna
vakna
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast vakne, zie aldaar
vakna
vakna
- gebiedende wijs van vakna
- vakna opp
vakna
vakna
- gebiedende wijs van vakne
- vakna opp
- vakna opp
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
supinum |
vakna |
vaknade |
vaknande |
volledig |
vakna
- ontwaken, wakker worden
Categorieën:
- Woorden in het Faeröers
- Woorden in het Faeröers van lengte 5
- Werkwoord in het Faeröers
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 5
- Woorden in het IJslands met IPA-weergave
- Werkwoord in het IJslands
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Werkwoord in het Nynorsk
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 5
- Werkwoord in het Zweeds