ultraviolet
Uiterlijk
- Geluid: ultraviolet (hulp, bestand)
- IPA: / ˌʏltraˌvijoˈlɛt / (5 lettergrepen)
- ul·tra·vi·o·let
- van Duits ultraviolet bn , door de 19e-eeuwse Duitse natuurkundige H. von Helmholtz gevormd uit violet bn met het voorvoegsel ultra-, voorbij het violet [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ultraviolet | ultravioletter | ultravioletst |
verbogen | ultraviolette | ultraviolettere | ultravioletste |
partitief | ultraviolets | ultravioletters | - |
ultraviolet
- (natuurkunde) van elektromagnetische straling, net buiten het gebied van het spectrum dat met het menselijk oog zichtbaar is
- De ozonlaag beschermt tegen de ultraviolette stralen van de zon.
1. van elektromagnetische straling, net buiten het gebied van het spectrum dat met het menselijk oog zichtbaar is
- Het woord ultraviolet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ultraviolet" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron H.C. Dibbits“De spectraal-analyse.”, proefschrift (1863), E.H. Tassemeijer, Rotterdam, p. 111 n. 2
- ↑ Weblink bron G.T. Fechner“Elemente der Psychosophysik. Deel 2.” (1860), Breitkopf & Härtel, Leipzig, p. 239
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ultra- in het Duits
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %