uitmeten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitmeten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·me·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit  en  meten 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitmeten	mat uit	uitgemeten
klasse 5	volledig

Werkwoord

uitmeten

1. overgankelijk door meten de grootte vaststellen

Verwante begrippen

• afmeten, afmeting, meten, opmeten, opnemen

Verwante begrippen

• roeien

Afgeleide begrippen

• uitmeting

Vertalingen

    1.   

Engels: measure (en)

Spaans: medir (es), tomar la medida (es)

Gangbaarheid

• Het woord uitmeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitmeten" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.