uitgaaf
Uiterlijk
- uit·gaaf
- afgeleid van uitgeven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitgaaf | uitgaven |
verkleinwoord | uitgaafje | uitgaafjes |
- (financieel) uitgave
- ▸ Ze moesten ten eerste wat meer op de uitgaven gaan letten, ten tweede had het geen enkele zin dat hij als oude man alleen aan de ene kant van de Kâllvâgen in een groot en comfortabel huis zat terwijl zijn bijna even oude broer zijn heil moest zoeken in het Grand Hotel vijf minuten verderop? Zo waren ze dat overeengekomen.[1]
- ▸ De Jonge Socialisten (JS), de jongerenafdeling van de PvdA, is zo goed als failliet door financieel wanbeheer, meldt NRC. Meer dan een ton aan uitgaven door twee voormalige penningmeesters is niet verantwoord, zegt het huidige JS-bestuur. De twee penningmeesters worden mogelijk juridisch vervolgd omdat niet duidelijk is waar meer dan een ton aan is uitgegeven, aldus de krant.[2]
1. zie: uitgave
- Het woord uitgaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitgaaf" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Weblink bron “'Jonge Socialisten zo goed als failliet door financieel wanbeheer'” (20 - januari - 2023), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be