typiste
Uiterlijk
- ty·pis·te
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘die op een schrijfmachine werkt’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- afgeleid van typist met het achtervoegsel -e [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | typiste | typistes |
verkleinwoord | typistetje | typistetjes |
de typiste v
- (beroep) Een vrouwelijke typist.
- Vroeger was (snel en foutloos) typen een echt ambacht, maar tegenwoordig kan iedereen het met een computer. Het beroep van typiste is dan ook vrijwel verdwenen.
- Het woord typiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "typiste" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "typiste" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ typiste op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be