tweejarige

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tweejarige    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtwejarəɣə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·ja·ri·ge

Woordherkomst en -opbouw

• bn:  tweejarig bn  met de uitgang -e
• zn: afgeleid van  tweejarig bn  met het achtervoegsel -e

Bijvoeglijk naamwoord

tweejarige

1. verbogen vorm van de stellende trap van tweejarig

   • Hij pakte zijn studie na een tweejarige onderbreking weer op. 

Schrijfwijzen

•  2-jarige bn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tweejarige	tweejarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tweejarige v / m

1. levend wezen dat 2 jaar oud is of iets dat 2 jaar bestaat

   • De tweejarige ging naar een crèche in de buurt. 

Schrijfwijzen

•  2-jarige zn 

Vertalingen

    1. levend wezen dat 2 jaar oud is of iets dat 2 jaar bestaat   

Zweeds: tvååring (sv)

Gangbaarheid

• Het woord tweejarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.