Naar inhoud springen

trost

Uit WikiWoordenboek
  • trost
vervoeging van
trossen

trost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trossen
    • Jij trost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trossen
    • Hij trost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van trossen
    • Trost!