tray

Nederlands

Een juffrouw met twee traytjes bier, in een bar ergens in New Mexico. 1974

Uitspraak

• Geluid:  tray    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tray

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tray	trays
verkleinwoord	traytje	traytjes

Zelfstandig naamwoord

de tray m

1. een open verpakking die onderverdeeld is in verschillende vakjes

   • Het is Villarreal die zich over hen ontfermt, die de trays met flessenwater desnoods zelf gaat langsbrengen, die checkt of de filters goed zijn geïnstalleerd en die bij iedereen haar hand ophoudt voor donaties.  

Verwante begrippen

• eierdoos, bierkrat

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord tray staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.