Naar inhoud springen

traktor

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: tractorTraktor
En traktor
Een tractor
  • trak·tor
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord trahere (= trekken)
Naar frequentie 13034
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   traktor     traktoren     traktorer     traktorene  
genitief   traktors     traktorens     traktorers     traktorenes  

traktor, m

  1. (techniek), (verkeer) tractor, trekker
    «I det bilen var på siden av traktoren svingte traktorføreren til venstre så det oppsto en kollisjon.»
    Tijdens de auto was naast de trekker, zwenkte de trekkerbestuurder naar links, zodat het tot een accident kwam.


  • trak·tor
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord trahere (= trekken)
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   traktor     traktoren     traktorar     traktorane  

traktor, m

  1. (techniek), (verkeer) tractor, trekker