torpedo

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  torpedo    (hulp, bestand)
• IPA: / tɔrˈpedo / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• tor·pe·do

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels torpedo, in de betekenis van ‘onderzeese bom aangetroffen vanaf 1824

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	torpedo	torpedo's
verkleinwoord	torpedootje	torpedootjes

Zelfstandig naamwoord

de torpedo m

1. (militair) een zelf-aangedreven (meestal) geleid maritiem-militair wapen dat onder water opereert en dat bedoeld is om te ontploffen tegen of in de buurt van een vijandelijk doelwit

Hyponiemen

• luchttorpedo

Afgeleide begrippen

• torpedist, torpedoboot, torpedodienst, torpedofront, torpedojager, torpedovormig

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: torpedo (af) Duits: Torpedo (de) m Engels: torpedo (en) Frans: torpille (fr) v

Italiaans: siluro (it) m Spaans: torpedo (es) m Zweeds: torped (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord torpedo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "torpedo" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Esperanto

	enkelvoud	meervoud
nominatief	torpedo	torpedoj
accusatief	torpedon	torpedojn

Zelfstandig naamwoord

torpedo

1. (straalvinnigen) sidderrog

Spaans

Uitspraak

• IPA: /t̪o̞ɾ'pe̞.d̪o̞/

enkelvoud	meervoud
torpedo	torpedos

Zelfstandig naamwoord

torpedo m

1. (militair) torpedo
2. (straalvinnigen) sidderrog