tikkend
Uiterlijk
- tik·kend
vervoeging van: | tikken |
verbogen vorm: | tikkende |
tikkend
stellend | |
---|---|
onverbogen | tikkend |
verbogen | tikkende |
partitief | tikkends |
tikkend
- van iets dat het een regelmatig klikkend geluid maakt
- De supporters en spelers van Liverpool begonnen al langzaam naar de tikkende klok te kijken in het Cardiff City Stadium, want ieder puntverlies was zeer waarschijnlijk dodelijk geweest voor Liverpool in de spannende titelstrijd met Manchester City in de Premier League. [1]
- tikkende tijdbom
iets of iemand dat op het punt staat een ramp te veroorzaken
- • Waar de man, die in de media werd omschreven als ‘tikkende tijdbom’, de afgelopen weken is geweest, heeft de politie niet gezegd. [2]
- • De Verenigde Naties waarschuwden eerder dat er geen tijd te verliezen is. Een woordvoerder noemde de situatie in het getroffen gebied ‘een tikkende tijdbom’. [3]
- Het woord tikkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Minne Groenstege 21-04-19 Wijnaldum en Milner bezorgen Liverpool de zege in Cardiff
- ↑ Tubantia David van der Heeden 05-04-19 Duitse politie houdt voortvluchtige ‘psycho-killer’ na drie weken aan
- ↑ Tubantia 30-03-19 In beeld: overleven na de verwoestende cycloon Idai