Naar inhoud springen

tier

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Tier


  • tier
vervoeging van
tieren

tier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tieren
    • Ik tier. 
  2. gebiedende wijs van tieren
    • Tier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tieren
    • Tier je? 
61 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


tier

  1. (roofdieren) tijger


  • ti·er
  • Afleiding van het Deense telwoord ti met het achtervoegsel -er.

tier

  1. voltooid deelwoord van tie

tier

  1. tiental
  2. bankbiljet met een waarde van 10
  3. munt met een waarde van 10