Naar inhoud springen

terriër

Uit WikiWoordenboek
  • ter·ri·er
enkelvoud meervoud
naamwoord terriër terriërs
verkleinwoord terriërtje terriërtjes

de terriërm

  1. hond uit bepaalde rassen, vroeger veel gebruikt voor de jacht
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]