taffer
Uiterlijk
taffer
- (spreektaal) werken
- «Désolé, mais j’peux pas sortir ce soir, demain j’dois taffer.»
- Sorry, maar ik kan vanavond niet uit, ik moet morgen werken. [1]
- «Désolé, mais j’peux pas sortir ce soir, demain j’dois taffer.»
taffer