superviseren
Uiterlijk
- Geluid: superviseren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌsypərviˈzerə(n) / (5 lettergrepen)
- su·per·vi·se·ren
- van Frans superviser (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
superviseren |
superviseerde |
gesuperviseerd |
zwak -d | volledig |
superviseren
- overgankelijk toezicht houden op
1.
- Het woord superviseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal