submissie
Uiterlijk
- sub·mis·sie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘onderwerping’ voor het eerst aangetroffen in 1432 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'mittere' (sturen, laten gaan) met het voorvoegsel sub- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | submissie | submissies |
verkleinwoord | submissietje | submissietjes |
de submissie v
- Het woord submissie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "submissie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "submissie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be