stukgaan
Uiterlijk
- stuk·gaan
- samenstelling van stuk en gaan
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stukgaan |
ging stuk |
stukgegaan |
klasse 7 | volledig |
stukgaan
- ergatief ophouden te functioneren al of niet door te breken
- Mijn radiootje is stukgegaan.
- ergatief (spreektaal) in lachen uitbarsten
- ▸ Ik plaats regelmatig activistische dingetjes op mijn Instagram. Op een keer postte ik daar de vraag: wat heb jij geleerd, wat is jou het meest bijgebleven dit jaar? De meeste mensen kwamen met super politiek correcte antwoorden, zoals: “ik heb geleerd dat ikzelf ook best wel discriminerende dingetjes zeg.” Maar toen kwam Oifik mijn vriend, die ik toen nog niet kende. En hij zei: “Wat ik eigenlijk iedereen wil meegeven, is het volgende: wat je echt een keer moet proberen is een opgewarmd broodje pindakaas en augurken”. Ik reageerde eigenlijk net als nu, ik ging stuk en daarmee was gelijk het ijs gebroken.[1]
- [1] kapotgaan
1. ophouden te functioneren al of niet door te breken
- Het woord stukgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stukgaan" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Bete“CT people: Bete” (17 september 2020) op compagnietheater.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %